Om 6 uur gaat de wekker. Het regent en hard ook. Dat wordt soppen.
We lopen naar de onbijttafel. Het ontbijt is nauwkeurig afgepast. Per persoon 3 toastjes met een theelepel jam en precies 1 cc koffie. Thee wordt tegen bijbetaling geserveerd. We vinden het niet erg als we om 7 uur vertrekken. Het is het gelukkig droog geworden. We vinden een mooi bergpad naar het volgende dorp. Vlak voor ons zien wij een gezinnetje wilde zwijnen scharrelen en in de aarde vroeten.
Renéee hoort gerommel in de bestelling. Plotseling belandt er een grote kei vlak achter haar op de weg. "Ik had wel dood kunnen zijn". Het gespreksonderwerp is voor de rest van de dag duidelijk.
In Zoagli gaan Herman en Renée weer zwemmen. Het is inmiddels 4 uur geworden. Te laat om de laatste 12 km naar Sestri Levante te lopen. Dus nemen we de trein.
We vinden vlot het nonnen-klooster. Ze hebben geen kamers vrij maar we mogen wel slapen in een grote lege zaal met een paar stoelen. Er wordt gesjouwd met matrassen en lakens en zo komt alles toch nog goed. De maaltijd is puik.
No comments:
Post a Comment