Om 6 uur loop ik in het pikkedonker de stad uit. Toch brand er ergens licht langs de weg. Een bar die nu al open is. Wat een bof. De café lungo en de croissant con crème glijden naar binnen. Daar kan ik lekker op lopen.
Het jachtseizoen is toch niet gesloten. Eenzame jagers (met hond) stuinen door de stoppelvelden. Veel schoten hoor ik vandaag niet.
Ik wordt belaagd door 3 loslopende honden. Ik ga met mijn 2 stokken de strijd met hen aan. Daarin ben ik heel behendig geworden.
Het landschap is veranderd. Meer bos, geen druiven meer, de brandnetels zijn terug. Lichtere grond. De tractors hebben weer rubber banden.
Ik loop langs een paar zonneweiden (veldjes met zonnepanelen). Wellicht hebben ze het toch begrepen!
Langs de autoweg loop ik regelmatig langs een herdenkingsteken van een dodelijk ongeval. Autoverkeer is is levensgevaarlijk.
Om 13 uur loopt ik Bolsena binnen. Ik bel Wout. Hij heeft als vanzelfsprekend net gezwommen. We treffen elkaar bij het Informatiebureau. Fijn om de laatste week samen te lopen.
Om 17 uur komen we bij de kerk Theo weer tegen. We gaan samen weer eten. Wout is de kok.
No comments:
Post a Comment